Waarom worden in orthodox gereformeerde kerken de psalmen isometrisch (niet ritmisch) gezongen?
De psalmen zijn van oorsprong ritmisch en werden na de Reformatie in Genève ook zo gezongen. Het ligt voor de hand dat ook in de Nederlanden aanvankelijk in ieder geval pogingen zijn gedaan om ze ritmisch aan te leren en uit te voeren.
Het isometrisch zingen van psalmen is in elk geval rond 1600 een feit. Er zijn diverse oorzaken aan te wijzen waardoor men de oorspronkelijke nootwaarden ging egaliseren, zoals onbekendheid met de melodieën, onvertrouwdheid met het muzikale idioom van het psalter en het tegelijkertijd zingen uit verschillende berijmingen. Ook de slechte woord-toonverhouding in de berijming van Datheen 1566 zal een rol gespeeld hebben.
Het isometrisch zingen is vanaf de achttiende eeuw vooral blijven bestaan omdat men deze wijze van zingen het meest vond passen bij de heiligheid van de kerkdienst. Dat was overigens een internationaal cultureel verschijnsel: bij de godsdienst hoorde verheven, gedragen koraal-achtige muziek.
Behalve isometrisch werd het tempo ook steeds langzamer. Zelfs zo langzaam dat in de loop van de 18e eeuw tussenspelen tussen de psalmregels verschenen. De gemeente kon dan even op adem komen.
Met dank aan hymnoloog/musicoloog J. Smelik